De waarheid achter de glimlach

Vandaag stond ik in de krant. 'Leuk,' hoor ik je denken, 'gratis publiciteit!'
Jammer genoeg getuigde ik over een onderwerp dat nog altijd taboe is: langdurig ziek zijn. Met elke nieuwe maatregel worden de vooroordelen bevestigd: we zijn lui, profiteurs, willen niet werken, moeten 'gewoon maar beter ons best doen'.
Niets is minder waar en dat wil ik verder verduidelijken in deze blog.
Geen nood: ik zal jullie niet lastigvallen met mijn lange weg langs psychologen, burn-outs, coaches, depressies, psychiaters, diagnoses en een traject van 6 maanden in een psychiatrisch ziekenhuis. Vandaag wil ik enkele vooroordelen over langdurig zieken aanpakken.
Het financiële plaatje
Het verwijt dat ik het vaakst lees en hoor, is dat langdurig zieken profiteurs zijn. Dat we niet willen werken en doen alsof we ziek zijn voor de uitkering.
Al wie dat denkt, heeft nog nooit moeten leven van een invaliditeitsuitkering. Want de waarheid is dat je dat niet kan.
Mijn situatie is als volgt: mijn uitkering, berekend op basis van mijn voltijds loon bij mijn vorige werkgever, bedraagt minder dan wat ik verdiende toen ik bij diezelfde werkgever halftijds werkte met ouderschapsverlof. Bij deze vergelijking heb ik zelfs geen rekening gehouden met de uitkering die ik kreeg omdat ik ouderschapsverlof nam.
Dus nog eens: mijn voltijdse uitkering is lager dan een halftijds salaris.
En als werknemer genoot ik nog van bijkomende voordelen: een treinabonnement op kosten van mijn werkgever, groepsverzekering, hospitalisatieverzekering, maaltijdcheques ... Als langdurig zieke heb je dat allemaal niet meer.
Zijn er dan geen profiteurs? Natuurlijk wel. Iedereen kan wel iemand bedenken die doet alsof hij/zij ziek is. Net zoals iedereen een collega heeft die doet alsof hij/zij werkt. Profiteurs vind je overal, niet alleen onder de uitkeringsgerechtigden. En die moeten aangepakt worden. Het probleem is meestal dat de 'doe alsoffers' zo goed zijn in hun toneelstukjes dat het de échte zieken (of de échte werkers als we spreken over de situatie op de werkvloer) zijn die gestraft worden voor hun gedrag.
Geloof me vrij: de meeste langdurig zieken willen werken of op een andere manier actief bijdragen aan de maatschappij. Ons allemaal wegzetten als klaplopers is oneerlijk en kwetsend.
Druk, druk, druk tot je kraakt
Waarom ik nog steeds langdurig ziek ben terwijl ik wil werken?
1) Omdat ik mijn (mentale) gezondheid niet opnieuw wil opofferen, omdat ik kapot ga aan de druk die je opgelegd wordt. Onrealistische deadlines, met daar bovenop nog wat extra taken, nutteloze en tijdrovende vergaderingen, veeleisende klanten, bazen en collega's ... Iedereen klaagt erover, we lijden er allemaal onder. Maar personen met bepaalde aandoeningen (zoals ASS en ADHD in mijn geval) zijn daar extra gevoelig voor. Wat voor de zogenaamde neurotypische personen zwaar is, is voor mij ondraaglijk.
2) Omdat je als werknemer moet presteren op vooraf bepaalde dagen en uren. Op goede dagen lukt mij dat, op minder goede (of soms zelfs ronduit slechte) dagen alleen maar wanneer ik mij forceer. Op deze manier werken betekent voor mij dus bijna dagelijks over mijn grenzen gaan. Ik lijd bijvoorbeeld aan chronische migraine. Voor ik uitviel, had ik ongeveer 20 migraine-aanvallen per maand. Met andere woorden: meer wel migraine dan niet (en nee: migraine is niet gewoon 'een beetje hoofdpijn' *oogrol*). Wat moet je doen bij zo'n aanval? Rusten. Maar dat kan je niet maken tegenover je werkgever en je collega's, dus neem je medicatie en bijt je door. Waardoor je niet rust, je opnieuw over je grenzen gaat en nog vermoeider wordt. Dus krijg je een migraine-aanval, neem je medicatie ...
Op dit moment heb ik nog altijd gemiddeld 8 migraine-aanvallen per maand. Dat is dus ongeveer 2 aanvallen per week. Zelfs de meest tolerante werkgever staat niet toe dat een werknemer meerdere dagen per week afwezig is wegens ziekte. Elke week opnieuw.
Werken op mijn tempo
Mijn oplossing? Dit bedrijf.
Als zelfstandige in bijberoep, met toestemming van het ziekenfonds, kan ik werken op mijn eigen tempo. Project per project, met een vooraf vastgelegde deadline. Op goede dagen kan ik veel werk verzetten, op slechte dagen neem ik de rust die ik nodig heb.
Perfect is het niet: klanten vinden is aartsmoeilijk en mijzelf profileren ligt zo ver buiten mijn comfortzone dat ik het zelfs met een verrekijker niet kan zien. Maar voor mij lijkt dit de enige optie.
En zelfs in deze situatie ben ik nog niet veilig. Begin dit jaar werd alles grijs in mijn hoofd; de depressie was terug. Dankzij medicatie en steun van professionals, mijn gezin, mijn familie en vrienden ben ik opnieuw uit het dal geklommen. Mentaal is het beter, mijn hoofd is weer opgeklaard. Lichamelijk ben ik er nog niet; dat bewijzen de vele migrainedagen per maand, mijn vermoeidheid en mijn terugval in augustus. Dus neem ik de rust die ik nodig heb. Uit noodzaak, niet uit gemakzucht.